Selma Leijdesdorff  

Ter nagedachtenis

Meisjes en jongens poseren bij station Hoogeveen. Een stoomtrein komt aangereden. De kinderen stappen in en de trein vertrekt. Op een station staan mensen op het perron. Een eetzaal van een vakantiekolonie. Kinderen zitten aan tafel te eten. Elders ontluist men kinderen. De duinen, de zee, enkele woningen en de vakantiekoloniehuizen Kerdijk en Zwartendijk in Egmond aan Zee. Kinderen doen spelletjes buiten. Dan lopen ze met zusters naar het strand. Hierna keren de kinderen terug.

Klik hier om de film te starten.

Titel: Familiefilm Vegter, deel 10 ; Maker:  S.G. Vegter

Samenvatting:  Reportage over de familie Vegter uit Zuidwolde, deel 10. Aan de orde komen onder meer enkele boerderijen vermoedelijk buiten Zuidwolde en kinderen die naar de vakantiekolonie in Egmond aan Zee gaan.

Soort: film, 8 mm, zwartwit ; 9'28" SS 0:10:10; geen geluid.

Selma is zichtbaar vanaf 5’48”

Geachte dames en heren, vrienden, genodigden, familieleden en belangstellenden,

Ongeveer een jaar geleden legden we op initiatief van mijn nicht Tsiwja Hertzberger Stolpersteine voor mijn grootouders van moederszijde voor hun huis op de Apollolaan in Amsterdam. Toen Margaret en ik in die tijd twee dagen naar Bergen waren, besloot ik om eens bij het Zeehuis te informeren of er iets bekend was over Selma Leijdesdorff waarvan ik van mijn vader wist dat ze in Bergen (NH) had gewoond en daar directrice van een kinderhuis was geweest.

Er bleek een geschiedschrijving over de kinderhuizen van het Centraal Genootschap in Bergen en Egmond a.Z. te zijn, maar daaruit bleek nergens dat Selma had bestaan of er een functie in had vervuld. Iemand suggereerde geheel uit de lucht gegrepen dat dat dan misschien een joods kinderhuis moest zijn geweest. Dat leek mij niet gezien het sterk geseculariseerde karakter van haar achtergrond. Uiteindelijk bleek er in de verzameling van het Joods Historisch Museum een foto te zijn van “het kinderherstellingsoord Kerdijk in Egmond aan Zee met directrice Selma Leydesdorff, circa 1939”. Zo zijn we hier terecht gekomen.

Het meest schokkend vond ik het afgelopen jaar hoe zo iemand als Selma geheel onzichtbaar is geworden, terwijl we eigenlijk ook niets van haar weten. Op 21 december 1942, drie maanden nadat ze in Auschwitz is omgebracht, wordt op haar persoonskaart bijgeschreven dat ze “hulp in de huishouding” was. Het beroep “kindergeleidster” wordt doorgehaald. Voor iemand die kennelijk opging in haar beroepsleven in kinderhuizen lijkt me dat welhaast beledigend. Met dit stuikelsteentje en met alle publiciteit eromheen hopen we dit nu te corrigeren en Selma uit de vergetelheid te halen.

Ik weet eigenlijk niets van Selma. Mijn vader heeft over haar slechts verteld dat ze directrice was van een kinderhuis in Bergen, maar dat blijkt nu Egmond te zijn. Daniel van den Bos heeft me gisteren een lijstje aangeleverd van data die hij in archiefstukken en briefwisselingen heeft kunnen terugvinden. Dat zijn maatschappelijke sporen. Eruit blijkt dat ze in 1935-36 ook een tijdje een functie in Nunspeet heeft vervuld voor het Centraal Genootschap, maar al snel weer teruggekomen is naar Egmond en Bergen om daar de leiding van Kerdijk over te nemen. Ik neem aan dat ze hier dus fietste.

Ze was niet getrouwd en ik neem aan dat ze haar leven aan dit werk had toegewijd. In maart 1941 is ze ontslagen, naar ik aanneem onder druk van de Duitsers. Ze gaat terug naar Middelburg om haar ouders bij te staan met wie ze uiteindelijk (in 1942) in Westerbork terecht komt. Vandaaruit wordt ze los van haar ouders gedeporteerd naar Auschwitz waar ze bij aankomst wordt vermoord. Haar ouders, mijn grootouders, worden pas een half jaar later naar Sobibor gedeporteerd en daar vermoord. We weten niet waarom dat zo gegaan is. Mijn vader was krijgsgevangene bij de Japanners in Indië en wist ook weinig. Hij had twee foto’s waarvan ik er een vergroot heb laten afdrukken. Daaruit komt het beeld van een studieuze jonge vrouw.

Ik heb in Middelburg bij het leggen van struikelstenen bij het ouderlijk huis er al op gewezen hoe zeer we geneigd zijn over de jodenvervolging in termen van groepen te denken. Zo en zoveel mensen zijn hier weggevoerd en omgekomen. Mensen werden een goederentreinen gepropt, e.d. Het individu die daar beleving aan heeft, kennen we niet tenzij er dagboeken of brieven zijn. Er is een brief van mijn andere grootmoeder uit Westerbork aan haar kinderen en kleinkinderen en gedeponeerd bij een notaris in Amsterdam, waarin zij zegt dat ze dit niet gaat overleven. We kennen het dagboek van Etty Hillesum, een andere Middelburgse, tien jaar jonger dan Selma. Zou het ongeveer hetzelfde hebben gelegen voor Selma? Welke opties hebben mensen in zulke situaties? We weten sinds kort dat de ouders van Selma, onze grootouders in Middelburg, in mei ’40 hebben geprobeerd zelfmoord te plegen.

Valt hier nog verder iets te zeggen? Bij gedenken past stilte en inkeer. We gedenken een individu met een individuele struikelsteen bij het kinderhuis Kerdijk waar zij aan toegewijd was.

 Loet Leydesdoff

 Egmond aan Zee, 29 februari 2016

 

 



Middelburg | Selma  |   Djokjakarta  |   bijdragen  | Leydesdorff  |   Website  |   Search website (Google)